INTERVIEW

Irving Sunshine Award

voor

ziekenhuisapotheker

Eric Franssen

INTERVIEW

Irving Sunshine Award voor ziekenhuisapotheker Eric Franssen

INTERVIEW

Irving Sunshine Award voor ziekenhuisapotheker Eric Franssen

In september nam ziekenhuisapotheker Eric Franssen in Rome de prestigieuze Irving Sunshine Award in ontvangst, die iedere twee jaar wordt uitgereikt door de International Association of Therapeutic Drug Monitoring and Clinical Toxicology (IATDMCT). Hij ontving de prijs vanwege zijn grote internationale bijdrage op het gebied van wetenschap, opleiding en innovaties in de klinische toxicologie.

Judith Vocking

Je kreeg de prijs tijdens de openingsavond van het congres van de IATDMCT. Kwam het als een verrassing? ‘Eerlijk gezegd wist ik het begin juli al, maar ik mocht het tegen niemand zeggen. Door me eerder op de hoogte te stellen, gaven ze me de tijd een college voor te bereiden over hoe ik de toekomst zie van de klinische toxicologie.’

Voordat we het daarover gaan hebben, wat houdt het vakgebied klinische toxicologie in? ‘In de klinische toxicologie kunnen we aan de hand van bepalingen in het bloed iets zeggen over bijvoorbeeld vergiftigingen, overdoseringen met geneesmiddelen en de klinische gevolgen bij recreatief middelengebruik. Daarnaast worden bijvoorbeeld de pompstanden op de IC bepaald door de concentraties van antibiotica die wij in het laboratorium in het bloed van de patiënt meten. En gaat een patiënt naar huis met intraveneuze geneesmiddelen – iets wat steeds vaker gebeurt – dan kunnen wij heel nauwkeurig de juiste dosering berekenen. Dit leidt tot betere individuele therapie en minder complicaties.’

Wat betreft het gebruik van recreatieve middelen vormt OLVG, met z’n ligging in Amsterdam, het ideale werkveld voor klinisch toxicologen. ‘Ik heb veel te danken aan OLVG. We hebben acute zorg als speerpunt en OLVG heeft een STZ-erkenning toxicologie. Op onze SEH’s komen veel patiënten voorbij met intoxicaties, waardoor we nieuwe trends snel signaleren en ook een rol kunnen spelen als ‘health advocate’. Zo ontdekten we via onze laboratoriumbepalingen dat in Amsterdam een dealer rondliep die heroïne in plaats van cocaïne verkocht. Dit heeft vier toeristen het leven gekost. Doordat we dit op het spoor kwamen, is er een grote billboardcampagne gestart in de stad om toeristen te waarschuwen. Deze casus laat zien dat wij als klinisch toxicologen samenwerken in een breed veld van professionals. Ons vak omvat veel meer dan alleen laboratoriumwerk. Kennis van de farmacologie van geneesmiddelen en recreatieve middelen is onmisbaar, maar ook andere competenties, zoals communicatie, samenwerking en leiderschap zijn nodig. Ik ben opleider van ziekenhuisapothekers en ik vind het belangrijk dat onze aios zich ook in deze soft skills blijven ontwikkelen.’

Zie je op het gebied van recreatief middelengebruik een toename? ‘Ik zie vooral een enorme discrepantie. Iedereen is kritisch over de medicatie en zorg die ze in het ziekenhuis krijgen en bij de apotheek halen, maar als het vrijdagavond is gaat de knop om. Vanachter de computer kopen ze drugs en medicijnen zonder te weten wat ze krijgen. Een tijdje terug overleed een 22-jarige student. Voor zijn ADHD gebruikte hij dexamphetamine. Als bijwerking daarvan had hij slaapproblemen. In plaats van naar zijn arts te gaan, bestelde hij via internet slaapmedicatie. De combinatie van beide medicijnen had desastreuze gevolgen. Voor ons was het niet eenvoudig te achterhalen waar het precies verkeerd was gegaan. Wat we niet weten, kunnen we namelijk niet testen. Door contacten met de familie en de schouwarts en het toepassen van verschillende testen, hebben we stukje bij beetje de puzzel opgelost. We hebben een artikel over deze casus voor het blad Huisarts & Wetenschap geschreven, waarmee we dokters willen waarschuwen over de gevolgen van het gebruik van dit soort middelen.’

Samenwerken is dus essentieel om tot goede resultaten te komen. Hoe staat het met de samenwerking binnen OLVG? ‘Wat betreft multidisciplinaire samenwerking is de situatie in Nederland prima. In veel landen is er een grote afstand tussen dokters en apothekers, terwijl het voor ons als apothekers onvoorstelbaar belangrijk is informatie van dokters te krijgen. Tegelijkertijd kunnen wij dokters helpen door met onze kennis van geneesmiddelen mee te denken bij casussen. Daarom hebben we in OLVG MDO’s en een toxicologiecommissie die ziekenhuisbrede protocollen ontwikkelt. Daarnaast zoeken we de verbinding binnen onze opleidingen. Internisten acute zorg lopen tijdens hun opleiding mee in de apotheek en onze aios gaan op de SEH kijken als er iemand met een intoxicatie wordt binnengebracht. Door onze multidisciplinaire aanpak kunnen we toxicologisch onderzoek veel doelmatiger en kosteneffectiever doen.’

De wetenschap heeft altijd een prominente plek gehad binnen jouw takenpakket. Tot de fusie was je voorzitter van de ACWO in OLVG, locatie Oost, je bent vicevoorzitter van MEC-U, een ziekenhuisoverstijgende METC, en voorzitter van de Santeon-databasecommissie. Wat is je drijfveer? ‘Deze taken kosten tijd, maar ik krijg er ook veel voor terug. In de MEC-U wordt klinisch geneesmiddelenonderzoek getoetst. Daardoor zie ik welke ontwikkelingen op wetenschappelijk gebied gaande zijn en welke nieuwe geneesmiddelen eraan komen. Daar kunnen we alvast op anticiperen in onze apotheek, maar je verbetert er ook het onderzoeksklimaat van je ziekenhuis mee. Het mes snijdt dus aan twee kanten.’

Tijdens het congres heb je een college gegeven over de toekomst van de toxicologie. Hoe zie jij die voor je in OLVG? ‘Ik wil de wetenschap en de opleiding verder versterken door te kijken of we nog meer en breder kunnen inzetten op de klinische toxicologie. In groot-Amsterdamverband wil ik aios uit andere ziekenhuizen aantrekken voor stages toxicologie in OLVG. Daarnaast wil ik onze AIOS betrekken bij diverse onderzoekslijnen. Een daarvan betreft de toediening van dure geneesmiddelen. Als we met bloedspiegelbepalingen deze middelen individueel weten te doseren, kunnen we wellicht met behoud van effectiviteit bijwerkingen voorkomen en ook nog eens kosten besparen.

De Farmadatabase van Santeon, waarin de data van alle zeven ziekenhuizen verzameld worden, biedt hierin ook kansen. Wil je bijvoorbeeld weten of dure medicijnen in een real life patiëntenpopulatie dezelfde uitkomsten hebben als in klinisch geneesmiddelenonderzoek bij geselecteerde patiënten, dan heb je veel data nodig en dat biedt deze database. Verder wil ik inzetten op onderzoek naar nieuwe en snelle testen op drugs. In 2019 heeft een van onze aios aangetoond dat de Viva-E® GHB immunoassay een geschikte test is om snel en betrouwbaar een GHB-intoxicatie in de urine aan te tonen. We onderzoeken nu bijvoorbeeld of we, in plaats van in bloed, in ademlucht een paracetamolintoxicatie kunnen opsporen. En er zijn ook mooie testen om intoxicaties in speeksel te traceren. Wij zoeken uit of die dezelfde resultaten geven als onze huidige testen in urine.’

Opent het winnen van de prijs ook deuren? ‘Jazeker, ik word nog meer gevraagd internationale wetenschappelijke projecten te beoordelen en presentaties te geven. Tevens heb ik aanbiedingen gekregen uit het buitenland om gastdocent te zijn. Daarnaast ben ik voorzitter geworden van de Clinical Toxicology Committee van de IATDMCT. Dat biedt mogelijkheden voor internationale samenwerking en studentuitwisseling. Maar ook de status van onze STZ-erkenning toxicologie kan er voordeel mee doen en het versterkt het wetenschappelijk klimaat van de toxicologie in Nederland. De prijs opent dus zeker deuren!’

Op de hoogte blijven van het laatste

nieuws van Wetenschap@OLVG?

Deel dit artikel in je netwerk

Op de hoogte blijven van het laatste

nieuws van Wetenschap@OLVG?

Deel dit artikel in je netwerk